donderdag 24 maart 2016

Frederik

Gegroet Frederik,

Wie had nu kunnen vermoeden dat ik je deze brief zou moeten schrijven? Misschien wel ik.

Op een mooie donderdag geraakten wij met elkaar in gesprek via de chatbox van een datingsite. Het was nog ochtend en we hadden een fijne en gemoedelijke conversatie. Je was vriendelijk en beleefd. Je verklapte ineens dat het je je verjaardag was. Toen ik vroeg wat je plannen precies waren, veranderde de stemming. Je werd wat droevig. Je schreef dat je geen plannen had, dat je het liefste gewoon niet jarig was geweest. Ik had die ochtend stoute pantoffels aan en ik grapte: 'Zal ik met een taartje naar je huis komen, ik heb toevallig ook geen plannen.' Je lachte het weg maar tikte opeens: 'Waarom eigenlijk niet? Als we hier de hele ochtend kunnen chatten, kunnen we ook wel bij een taartje praten.' Je bleek niet ver te wonen en we maakten zowaar plannen dat ik in de namiddag bij jou zou langskomen. Zonder taart, maar met praat.

Het was de eerste keer na jaren dat ik een afspraak had. Dat dan nog in het huis van een wildvreemde man. Maar ik zag het als een spontane daad en niet zozeer als date. Met een fles cava onder de arm belde ik bij jou aan en wenste jou een fijne verjaardag. Je bleek in een chique huis te wonen met een zwembad en bar. Even was ik van de kaart en dacht me niet helemaal op mijn plaats. Ik grapte nog dat ik mijn outfit niet vond passen bij je interieur maar je stelde me op mijn gemak. Je haalde hapjes en schonk gin tonic voor me uit en we klonken: 'Op mijn verjaardag!'

Je vertelde en vertelde. Met heel veel trots. Over je werk, waar je zo goed in was. Over je schattige dochtertje. Over je vrienden waarmee je onvergetelijke feestjes gaf in jouw huis. Dat ze keer op keer je bar plunderden. Je vertelde over je lievelingscafé. Over je ex waar je ooit zo verliefd op was. Ik liet je vertellen. Daarvoor zat ik daar. Natuurlijk moest het gesprek een wending krijgen en dat na mijn vraag: 'Maar, Frederik, je hebt het zo goed voor elkaar, waarom vier jij dan je verjaardag met mij, een wildvreemde vrouw die je niet eens zou opmerken als ze met een sombrero in jouw lievelingscafé zou zitten?'

Je sloeg om. Begon onwennig door je huis te wandelen. Beetje voor beetje viel je uiteen. Je had ontslag genomen zo bleek. Je vrouw had je verlaten voor een vrouw, wat voelde als een hele grote nederlaag. Een schandvlek. Je vrienden hadden je na die scheiding laten vallen want achteraf bleken ze allemaal meer vriend met je vrouw.  Je gaf ook geen feestjes meer. Je miste zo ontzettend erg je dochter, die je nu nog amper zag. En door die scheiding moest je ook je huis verkopen: een levenswerk van jaren.

Daar zit je dan als wildvreemde vrouw. Een wildvreemde vrouw die zich een Ma Flodder voelde in een porseleinwinkel met een wildvreemde jarige man die in stukjes brak. Wat kon ik anders doen? Ik ben rechtgestaan en ik heb je vastgepakt. Eerst wat stuntelig. Daarna stevig. Ik heb je omarmd en je getroost en gezegd dat het wel goed zou komen. Daarna hebben we nog een hele tijd naast elkaar op de bank gezeten. Je leunde tegen mij aan en we grapten alsof we al jaren vrienden waren.

Toen ik vertrok, bedankte je me omdat ik als enige aan je verjaardag had gedacht. Dat je het fijn vond dat ik er was. Ik wenste je nog veel succes en goeie moed. Toen ik in mijn auto naar huis reed, bedacht ik dat het zo lang geleden was dat ik een man had vastgepakt. Dat dat goed gevoeld had, maar niet iets blijvends was. Dat wij elkaar niet veel meer zouden zien.

Je reageerde inderdaad snel niet meer op berichtjes. Eerst hing je nog een tijdje rond op Facebook, maar daarna niet meer. 'Hij schaamt zich vast en heeft me geblokkeerd.' bedacht ik. Maar gisteren zag ik opeens dat Facebook me de suggestie gaf om lid te worden van een groep met jouw naam en daarvoor de letters rip. Zoveel maanden na datum. Ik trok wit weg en zag dat je een grote maand na je verjaren uit het leven stapte. Op de pagina stonden veel boodschappen die begonnen met 'Waarom?'.

Ik begrijp het, denk ik. Na dat ene moment. Die paar uur samen. Je toonde je zo sterk, maar je kon niet meer. Je was op. Je voelde je in de steek gelaten. Mensen zoeken meestal het gezelschap op van wie gelukkig maakt. Niet iemand die verdrietig is of boos. Eigen geluk gaat zo vaak voor.  Ik ben blij dat ik er voor je was. Dat je jarig was bij mij. Dat iemand als ik door je verpakking las.

We zouden het met zijn allen meer moeten doen: wildvreemden troosten. Maar de angst voor dat vreemde is groot. We zouden goed gek zijn: zomaar eenzame jarigen met oren en armen te bezoeken. En met een hart dat ook tranen wil ontmoeten.

Je hoeft niet meer te verjaren, Frederik.
Daar heb je zelf voor gezorgd.
Het gaat je goed.

Tine

1 opmerking: