zondag 24 april 2016

Frank

Hey Frank,

De kans dat je mij nog kent, is bijzonder klein. Dat ik op deze miezerige zondag aan je denk, heeft alles te maken met een flinke streep melancholie en de hunker naar bloemenjurken. Vandaag moest ik denken aan mijn eerste date. Die stamt nog uit het MSN-tijdperk. En die eerste date, Frank, was met jou.

Ik had mijn paarse bloemenjurk aan toen ik op de Vrijdagsmarkt in Gent naar jou op zoek ging. Ik was pakken jonger en naïever dan ik nu nog lijk. Het feit dat jij me via chatgesprekken had verteld dat je een politie-agent was, gaf me toen een gevoel van veiligheid. Op de markt was je niet te zien. Ik herinner me dat we gsm-nummers hadden uitgewisseld (in geval van nood), dus schraapte ik mijn moed bijeen om je te bellen. Je vertelde me dat je in een zaak zat op de markt. 'Eden' was dat.
De naam sprak tot de verbeelding. Zou deze date het begin zijn van een paradijselijke relatie? Zou ik jouw Eva kunnen zijn? Jij, mijn goddelijke Adam?

Het verwondert me nu - zoveel jaren later - dat ik het niet erg vond dat jij je niet aan de afgesproken plek hield. Dat ik - indien ik mijn gsm niet bij me had - je nooit had kunnen vinden, terwijl jij me wél had kunnen zien.  Toen ik binnenstapte in 'Eden' herkende ik je van foto's en stapte naar je tafel toe. Opeens zag ik dat je niet alleen was. Je had een man tegenover je zitten. Je stelde hem voor als je collega Dirk en vroeg me wat ik wou drinken. Een beetje van mijn melk vroeg ik spuitwater. Waarom had je in godsnaam je collega meegebracht?

'We zijn eigenlijk in functie, maar undercover,' zei je trots. 'Ja,' zei Dirk, 'we waren iemand aan het schaduwen en zijn toen toch naar Gent gereden, want schaduwen is zo vervelend.' "Jij leek ons veel boeiender.' Ik keek jullie wat meer aan en zag dat jullie beiden een gouden kettinkje om jullie hals hadden met handboeien daaraan. Ik was toen stukken minder mondig dan ik nu ben. In gedachten vroeg ik of undercoveragenten niet beter wat anders rond hun nek dragen, maar ik stamelde enkel: 'Boeiend?' Wat volgde, was een uiterst saai gesprek waarin jullie me probeerden te imponeren met jullie heldhaftige avonturen bij de Antwerpse politie. Het deed me allemaal zo bitter weinig. Toen jullie 'Eden' eindelijk verlieten omdat jullie blijkbaar werden opgeroepen, ontspande ik uiteindelijk toch en bestelde een glas wijn, om toch nog wat fijns mee te pakken van mijn eerste date en de smaak van water door te spoelen.

Een paar dagen na deze 'heugelijke' ontmoeting kreeg ik van jou een bericht. Met de vraag of ik niet samen met jou en Dirk mee wou naar een huisje in de Ardennen. Dit voor een heel weekend. Jullie wilden allebei en tegelijk met me naar bed. Natuurlijk zei ik nee. Geen haar op mijn hoofd dat juichte bij de gedachte aan een weekend geboeid te worden op een bed. Het idee om me door twee politieagenten te laten opsluiten, wond me helegaar niet op.

Nu ben ik zoveel jaar ouder. Wijzer ook. Heel soms vraag ik me af of ik een krantenbericht zou zijn geworden als ik 'ja' had gezegd. In dat bericht zie ik mezelf met blauwe plekken en een bloedlip getuigen dat ik door twee mannen, die zich als politiemannen voordeden, werd meegelokt en vastgebonden. Dat ik niet zo dom had moeten zijn. Maar meer nog doorblader ik vaak de krant op zoek naar jouw gezicht. Of dat van Dirk. Want er zijn nog zoveel meisjes die nog naïever en onschuldiger zijn dan ik toen was.  Vrouwen die geen uniform nodig hebben om een politie-agent als iets verschrikkelijk appetijtelijk te zien. Jongedames op zoek naar veiligheid. En bovenal (mochten jullie al échte agenten zijn): geschaduwde boeven die jullie date-gedrag als een heerlijke uitweg zien in al hun criminaliteit en een nationale pers die jullie escapades als schokkende feiten uit de doeken doet.

Heb jij je Eden inmiddels al gevonden?
Al dan niet in de Ardennen?
Ik vind het nog altijd in een glas wijn.
Maar bovenal nog in jurk of in een bed met bloemen.

Druilerige zondagsgroet,
(Ook aan Dirk.)

Tine