zondag 22 mei 2016

Uit een chatgesprek gegrepen: DOMINIQUE

DOMINIQUE: Hey, mag ik je wat vragen?
TINE: Jawel hoor! Trouwens: goedemorgen, Dominique.
DOMINIQUE: Jij schrijft toch die stukjes van 'Hartenjager'?
TINE: Dat klopt.
DOMINIQUE: Ik wil wel eens met jou op date.
TINE: Leuk! En we chatten niet eens op een datingsite. This must be my lucky day!
DOMINIQUE: Begrijp me niet verkeerd. Ik val helemaal niet op jou. Ik heb je gescreend. Dat moet ik toch wel even kwijt. Je bent veel te oud en helemaal mijn type niet maar ik volg je al een tijdje: jij bent op internet best actief.
TINE: Oh, en waarom wil je dan wel met mij op date?
DOMINIQUE: Het viel me op dat je altijd negatieve stukjes op die blog schrijft. In jouw stukjes zijn alle mannen eikels. Ik wil aantonen dat dat niet klopt en dat jij daar dan een stukje over schrijft.
TINE: Dat zal niet lukken, vrees ik.
DOMINIQUE: Je moet dan wel mijn echte naam gebruiken. Ik bedoel mijn naam die ik nu gebruik.
TINE: ?
DOMINIQUE: Waarom zou het niet lukken?
TINE: Kijk, 'Hartenjager' is net een blog waarop ik schrijf over het mislukken van dates. Als een date lukt, vind ik het geen leuke gedachte om erover te schrijven.
DOMINIQUE: Hoezo?
TINE: Als mensen daten en het klikt, worden ze verliefd of gaan met elkaar naar bed. Maar die dingen  wil ik toch liever niet openlijk delen. Die momenten zijn toch te kwetsbaar, vind ik. Het zou zijn alsof  ik een camera in mijn slaapkamer plaats of een liefdesbrief openbaar maak. Ik verander de naam altijd, omdat niet heel de wereld hoeft te weten wie met mij wil daten.
DOMINIQUE: Het zou je in dit geval heel veel extra lezers kunnen opleveren, ik ben namelijk een hit.
TINE: ?
DOMINIQUE: Zoek me maar eens op. Ik ben nogal bekend op internet. Ik heb veel followers. Als we ook nog kunnen Snapchatten tijdens de date zou dat fantastisch zijn.
TINE:  Ik denk niet dat ik dat een leuke gedachte vind.
DOMINIQUE: Kan je deze week? Vrijdagavond?
TINE: Jij wil dus eigenlijk met mij uit om er meer likes uit te halen.
DOMINIQUE: Jouw lezersaantal zal ook verdubbelen, gok ik. Dus we hebben er allebei wat aan.
TINE: Maar ik date niet voor mijn lezers. Ik date voor mezelf.
DOMINIQUE: Dat is dom. Je zou er veel meer uit kunnen halen.
TINE: Jij ziet met mij daten als een soort van promostunt. 'Kijk eens wat ik durf?' en 'Oh, wat ben ik lief!'?
DOMINIQUE: Het feit dat een gast als ik met jou wil daten, zal je ook veel populairder maken.
TINE: En wat wil je dan wel doen op zo'n promodate?
DOMINIQUE: Lekker eten, een paar cocktails en achteraf een paar foto's in bed. We doen natuurlijk niets. De foto's zijn voor de show en jij fantaseert er gewoon wat bij. Dat kan je vast.
TINE: Ik zou dus moeten liegen. Over een droomdate met Dominique. Ik zou je de lakens in moeten prijzen.
DOMINIQUE: Ja.
TINE: Ik zie er werkelijk het nut niet van in.
DOMINIQUE: Het zou een gezellige avond kunnen zijn. We delen de kosten.
TINE: Ik moet je afschilderen als mijn prins? Mijn ware?
DOMINIQUE: Jawel! Je zocht hem en hebt mij gevonden. Je mag natuurlijk niets over dit gesprek van vandaag schrijven.
TINE: En daarna?
DOMINIQUE: Wat bedoel je?
TINE: Na het stukje zal iedereen ongetwijfeld naar je vragen. Moet ik dat dan ook fantaseren?
DOMINIQUE: Ja. Even. Een week of drie. En dan bedrieg jij mij.
TINE: Oh, en weet je al met wie?
DOMINIQUE: Jawel. Ik heb een vriend die ook wat meer volgers kan gebruiken.
TINE: Dominique, je kan dat toch niet menen!
DOMINIQUE: Ik meen alles wat ik zeg. Jij zoekt toch een lief? Met een paar bedfoto's zullen veel mannen op je geilen. Ze zullen in de rij staan, eerlijk waar.
TINE: Ik denk toch dat ik geen interesse heb in je voorstel. Ik vrees toch dat ik niet anders kan dan dit gesprek te publiceren. Dit is zo bijzonder dat ik het wel met mijn lezers moet delen. En vrees niet, jongen, ik geef jou wel een andere naam. Doei!
DOMINIQUE: :-(

donderdag 12 mei 2016

Uit een chatgesprek gegrepen: TONY

TONY: Heykes!
TINE: Goeieavond Tony! Dat is lang geleden!
TONY: ????
TINE: Herken je me niet?
TONY: ????
TINE: Wij hebben al eens afgesproken.
TONY: ?????
TINE: Ja. Een paar jaar terug. Nu ja, ik ben ook wel veranderd.
TONY: Hebben wij elkaar ontmoet?
TINE: Nee, uiteindelijk niet. Ik heb diezelfde dag nog afgezegd en gezegd dat ik je liever toch niet wou ontmoeten.
TONY: Ik kan het me niet herinneren. Waarom had je afgezegd?
TINE: We hadden almaar fijne gesprekken en opeens kwam de dag dat we elkaar zouden ontmoeten. We hadden zelfs al telefoonnummers en zo uitgewisseld. Maar toen - een paar uur voor de date in kwestie - begon je vreselijk over porno door te drammen.
TONY: Over porno?
TINE: Ja. Porno. Je vroeg of we in plaats van wat te eten niet gewoon bij mij thuis porno konden kijken. Dat vond ik te vergaand voor een eerste ontmoeting.
TONY: Wanneer was dat?
TINE: Ik weet het niet meer precies.
TONY: Nu ja, er is een tijd geweest waarin ik nogal op porno gefixeerd was. Sorry. Iedereen is wel eens eenzaam.
TINE: Begrijp me niet verkeerd. Ik heb op zich niets tegen porno. Maar ik hoef het niet te zien. Zeker niet op een eerste date. Ik voelde me niet op mijn ongemak toen je het me voorstelde en maar bleef aandringen. Vooral dat aandringen, daar ben ik op afgeknapt.
TONY: Dat begrijp ik. Gelukkig ben ik nu niet meer zo.
TINE: Hou je niet meer van porno?
TONY: Jawel. Maar ik ben wat rustiger geworden.
TINE: Zo.
TONY: Zou je nu wel willen afspreken om wat te eten? Ik heb een restaurant. Ik kan wel wat voor je klaarmaken. Het is eerder een kleine bistro. Je zou dan moeten komen net na sluitingsuur.
TINE: Omdat je dan op je gemak tegenover mij kan mee-eten?
TONY: Nee, dan is mijn moeder naar huis. Ik run de zaak met mijn moeder.
TINE: Ja, een moeder erbij, zo voor een eerste date, dat willen we niet.
TONY: Je ziet er wel leuk uit. Ik beloof het niet over porno te hebben.
TINE: Echt niet?
TONY: Echt niet. Alhoewel. Het is inmiddels toch alweer een tijd geleden. Ik ben ook maar een man van vlees en bloed. Als je begrijpt wat ik bedoel. Knipoog.
TINE: Hoe lang is een een tijd geleden?
TONY: Een week of twee. Ik sta alweer op springen. Ik vrees dat ik mezelf niet zal kunnen bedwingen.
TINE: Dus je gaat eigenlijk gewoon jezelf serveren?
TONY: Ik denk het wel.
TINE: Ik geloof niet dat ik daarin zin heb.
TONY: Ik ben een propere jongen hoor. Met alles erop en eraan.
TINE: Daar twijfel ik niet aan. Maar ik zou toch liever een salade met scampi's op mijn bord krijgen, dan meteen jouw scampi in mijn gezicht.
TONY: Ik kan er ook niets aan doen dat ik een gezonde man ben.
TINE: Nee, daar kan je niets aan doen. Ik denk dat je gezonde vrouw moet zoeken. Zo gezond ben ik nu ook weer niet.
TONY: We zouden ook gewoon wat kunnen drinken. Een paar filmpjes zouden je misschien wel gezonde trek doen krijgen. Please?
TINE: Dus je hebt het niet begrepen?
TONY: ?????
TINE: Ik zal afsluiten en ik geef je de raad om dit gesprek nog eens te herlezen. Heel misschien zou je er wat uit kunnen leren.
TONY: Maar ik heb zo'n zin. Bloos.
TINE: Zit je nu in je kleine bistro?
TONY: Ja.
TINE: Zijn er geen klanten?
TONY: Het is wat mager vandaag.
TINE: Waar is je moeder?
TONY: Ze is met de afwas bezig.
TINE: En wat ga je nu doen met die grote trek?
TONY: Ik ben al bezig. Bloos. Ik combineer dit gesprek met een filmpje.
TINE: Dan wens ik je veel plezier en weinig klanten toe.
TONY: Dank je.




vrijdag 6 mei 2016

Bruno

Hoi Bruno,

Enkele jaren geleden troffen wij elkaar in onze eenzaamheid. Jij net kersvers uit een relatie en ik al een paar maand alleen.  Je nodigde me uit om ergens koffie te gaan drinken, maar alles was vreemd genoeg gesloten, dus kwam je naar mijn huis. Het was zomer. We stonden op mijn koertje met een kop koffie in de hand. Ik schaamde me voor het feit dat mijn koertje niet netjes was. We konden niet eens zitten. Je blik verklapte niet dat je het rampzalig vond. Het was je om de koffie te doen en het gesprek en niet zo zeer om de plek. Na een lange babbel zei je: 'Graag tot een volgende keer!' en je vertrok. 

De tweede keer spraken we af aan een toog waar niemand ons kende. Het had het begin kunnen zijn van wat moois. Helaas! Wat gezellig en fijn had kunnen worden, werd steeds onderbroken door die biepjes van je gsm. Je excuseerde je en zei: 'Dit moet ik even beantwoorden.' Ik vond het helemaal niet erg. Dan had ik meer tijd om je met mijn ogen te bestuderen. Je blik vol aandacht voor dat ding, beviel me wel. 'Straks kijkt hij misschien zo naar mij...' dacht ik. Of hoe je vingers de toetsen beroerden, zo kon jij mij wel eens gaan aanraken. Maar helaas: nadat je me voor de tweede keer verlaten had om buiten een gesprek te voeren met de persoon aan de andere kant van de lijn en ik opeens twee wijntjes verder was dan jij, vertelde je me dat je moest vertrekken. Dat je het erg vervelend vond. Je betaalde en vertrok.

Een derde ontmoeting kwam er niet. Ook al deed ik mijn best. Misschien een beetje te veel, want toen ik je in een chatgesprek vroeg:'Kunnen we gewoon niet nog eens afspreken zonder gsm?', antwoordde jij: 'Ben je gek? Ik kan helemaal niet zonder!' en ook opeens: 'Je bent te dik.' Ik was even sprakeloos. 'Die eerste keer heb ik er niet zo erg opgelet, maar in het café vond ik je echt veel te dik. Het spijt me.'
Eerlijkheid. Het is soms zo stijlvol als een stiletto die je openrijt. Ik heb een paar keer geslikt en heb je dan maar weggeklikt met de afscheidswoorden: 'Ik stel je eerlijkheid op prijs, maar dat wil niet zeggen dat dit niet snijdt. Ik wens je desalniettemin een slanke liefde toe die blijft.'

Gisteren kwam ik je tegen. Het was fantastisch weer. Ik heb me wijselijk niet laten zien, ook al word ik sinds korte tijd eindelijk weer wat minder. Je liep te likken van een ijsje. Okselvijvers in je veel  te krappe hemd. Een buik die over je kniebroek hing en heel bijzonder: in je andere hand geen gsm maar een knokige vrouw met een chihuahua die hetzelfde strikje had als zij. Ik had gemene dingen kunnen denken. Zoals dat ze wellicht eenzelfde kapper hebben: jouw vrouw en jouw hond. Of dat je nu duidelijk na die magere jaren, vette jaren hebt gekend. Uiteindelijk dacht ik: 'Laat het, Tine. Als jij dit denkt, ben je geen haar beter dan die vent.' Ik hoop dat je gelukkig bent. Daar gaat het om. Niet om het papier.

Straks ga ik nog eens een poging wagen om mijn koertje op te ruimen en op te vrolijken met zelfgekweekte bloemen. Zodat als er nog eens koffievisite is, we tenminste kunnen zitten. Dat wie dan langskomt, niet enkel rommel maar ook mijn buik ziet maar bovenal mijn groot verlangen om wat  piepklein groen is met veel liefs te laten groeien tot iets wonderbaarlijks. 

Dikke zoen,
Tine


zondag 24 april 2016

Frank

Hey Frank,

De kans dat je mij nog kent, is bijzonder klein. Dat ik op deze miezerige zondag aan je denk, heeft alles te maken met een flinke streep melancholie en de hunker naar bloemenjurken. Vandaag moest ik denken aan mijn eerste date. Die stamt nog uit het MSN-tijdperk. En die eerste date, Frank, was met jou.

Ik had mijn paarse bloemenjurk aan toen ik op de Vrijdagsmarkt in Gent naar jou op zoek ging. Ik was pakken jonger en naïever dan ik nu nog lijk. Het feit dat jij me via chatgesprekken had verteld dat je een politie-agent was, gaf me toen een gevoel van veiligheid. Op de markt was je niet te zien. Ik herinner me dat we gsm-nummers hadden uitgewisseld (in geval van nood), dus schraapte ik mijn moed bijeen om je te bellen. Je vertelde me dat je in een zaak zat op de markt. 'Eden' was dat.
De naam sprak tot de verbeelding. Zou deze date het begin zijn van een paradijselijke relatie? Zou ik jouw Eva kunnen zijn? Jij, mijn goddelijke Adam?

Het verwondert me nu - zoveel jaren later - dat ik het niet erg vond dat jij je niet aan de afgesproken plek hield. Dat ik - indien ik mijn gsm niet bij me had - je nooit had kunnen vinden, terwijl jij me wél had kunnen zien.  Toen ik binnenstapte in 'Eden' herkende ik je van foto's en stapte naar je tafel toe. Opeens zag ik dat je niet alleen was. Je had een man tegenover je zitten. Je stelde hem voor als je collega Dirk en vroeg me wat ik wou drinken. Een beetje van mijn melk vroeg ik spuitwater. Waarom had je in godsnaam je collega meegebracht?

'We zijn eigenlijk in functie, maar undercover,' zei je trots. 'Ja,' zei Dirk, 'we waren iemand aan het schaduwen en zijn toen toch naar Gent gereden, want schaduwen is zo vervelend.' "Jij leek ons veel boeiender.' Ik keek jullie wat meer aan en zag dat jullie beiden een gouden kettinkje om jullie hals hadden met handboeien daaraan. Ik was toen stukken minder mondig dan ik nu ben. In gedachten vroeg ik of undercoveragenten niet beter wat anders rond hun nek dragen, maar ik stamelde enkel: 'Boeiend?' Wat volgde, was een uiterst saai gesprek waarin jullie me probeerden te imponeren met jullie heldhaftige avonturen bij de Antwerpse politie. Het deed me allemaal zo bitter weinig. Toen jullie 'Eden' eindelijk verlieten omdat jullie blijkbaar werden opgeroepen, ontspande ik uiteindelijk toch en bestelde een glas wijn, om toch nog wat fijns mee te pakken van mijn eerste date en de smaak van water door te spoelen.

Een paar dagen na deze 'heugelijke' ontmoeting kreeg ik van jou een bericht. Met de vraag of ik niet samen met jou en Dirk mee wou naar een huisje in de Ardennen. Dit voor een heel weekend. Jullie wilden allebei en tegelijk met me naar bed. Natuurlijk zei ik nee. Geen haar op mijn hoofd dat juichte bij de gedachte aan een weekend geboeid te worden op een bed. Het idee om me door twee politieagenten te laten opsluiten, wond me helegaar niet op.

Nu ben ik zoveel jaar ouder. Wijzer ook. Heel soms vraag ik me af of ik een krantenbericht zou zijn geworden als ik 'ja' had gezegd. In dat bericht zie ik mezelf met blauwe plekken en een bloedlip getuigen dat ik door twee mannen, die zich als politiemannen voordeden, werd meegelokt en vastgebonden. Dat ik niet zo dom had moeten zijn. Maar meer nog doorblader ik vaak de krant op zoek naar jouw gezicht. Of dat van Dirk. Want er zijn nog zoveel meisjes die nog naïever en onschuldiger zijn dan ik toen was.  Vrouwen die geen uniform nodig hebben om een politie-agent als iets verschrikkelijk appetijtelijk te zien. Jongedames op zoek naar veiligheid. En bovenal (mochten jullie al échte agenten zijn): geschaduwde boeven die jullie date-gedrag als een heerlijke uitweg zien in al hun criminaliteit en een nationale pers die jullie escapades als schokkende feiten uit de doeken doet.

Heb jij je Eden inmiddels al gevonden?
Al dan niet in de Ardennen?
Ik vind het nog altijd in een glas wijn.
Maar bovenal nog in jurk of in een bed met bloemen.

Druilerige zondagsgroet,
(Ook aan Dirk.)

Tine





donderdag 24 maart 2016

Frederik

Gegroet Frederik,

Wie had nu kunnen vermoeden dat ik je deze brief zou moeten schrijven? Misschien wel ik.

Op een mooie donderdag geraakten wij met elkaar in gesprek via de chatbox van een datingsite. Het was nog ochtend en we hadden een fijne en gemoedelijke conversatie. Je was vriendelijk en beleefd. Je verklapte ineens dat het je je verjaardag was. Toen ik vroeg wat je plannen precies waren, veranderde de stemming. Je werd wat droevig. Je schreef dat je geen plannen had, dat je het liefste gewoon niet jarig was geweest. Ik had die ochtend stoute pantoffels aan en ik grapte: 'Zal ik met een taartje naar je huis komen, ik heb toevallig ook geen plannen.' Je lachte het weg maar tikte opeens: 'Waarom eigenlijk niet? Als we hier de hele ochtend kunnen chatten, kunnen we ook wel bij een taartje praten.' Je bleek niet ver te wonen en we maakten zowaar plannen dat ik in de namiddag bij jou zou langskomen. Zonder taart, maar met praat.

Het was de eerste keer na jaren dat ik een afspraak had. Dat dan nog in het huis van een wildvreemde man. Maar ik zag het als een spontane daad en niet zozeer als date. Met een fles cava onder de arm belde ik bij jou aan en wenste jou een fijne verjaardag. Je bleek in een chique huis te wonen met een zwembad en bar. Even was ik van de kaart en dacht me niet helemaal op mijn plaats. Ik grapte nog dat ik mijn outfit niet vond passen bij je interieur maar je stelde me op mijn gemak. Je haalde hapjes en schonk gin tonic voor me uit en we klonken: 'Op mijn verjaardag!'

Je vertelde en vertelde. Met heel veel trots. Over je werk, waar je zo goed in was. Over je schattige dochtertje. Over je vrienden waarmee je onvergetelijke feestjes gaf in jouw huis. Dat ze keer op keer je bar plunderden. Je vertelde over je lievelingscafé. Over je ex waar je ooit zo verliefd op was. Ik liet je vertellen. Daarvoor zat ik daar. Natuurlijk moest het gesprek een wending krijgen en dat na mijn vraag: 'Maar, Frederik, je hebt het zo goed voor elkaar, waarom vier jij dan je verjaardag met mij, een wildvreemde vrouw die je niet eens zou opmerken als ze met een sombrero in jouw lievelingscafé zou zitten?'

Je sloeg om. Begon onwennig door je huis te wandelen. Beetje voor beetje viel je uiteen. Je had ontslag genomen zo bleek. Je vrouw had je verlaten voor een vrouw, wat voelde als een hele grote nederlaag. Een schandvlek. Je vrienden hadden je na die scheiding laten vallen want achteraf bleken ze allemaal meer vriend met je vrouw.  Je gaf ook geen feestjes meer. Je miste zo ontzettend erg je dochter, die je nu nog amper zag. En door die scheiding moest je ook je huis verkopen: een levenswerk van jaren.

Daar zit je dan als wildvreemde vrouw. Een wildvreemde vrouw die zich een Ma Flodder voelde in een porseleinwinkel met een wildvreemde jarige man die in stukjes brak. Wat kon ik anders doen? Ik ben rechtgestaan en ik heb je vastgepakt. Eerst wat stuntelig. Daarna stevig. Ik heb je omarmd en je getroost en gezegd dat het wel goed zou komen. Daarna hebben we nog een hele tijd naast elkaar op de bank gezeten. Je leunde tegen mij aan en we grapten alsof we al jaren vrienden waren.

Toen ik vertrok, bedankte je me omdat ik als enige aan je verjaardag had gedacht. Dat je het fijn vond dat ik er was. Ik wenste je nog veel succes en goeie moed. Toen ik in mijn auto naar huis reed, bedacht ik dat het zo lang geleden was dat ik een man had vastgepakt. Dat dat goed gevoeld had, maar niet iets blijvends was. Dat wij elkaar niet veel meer zouden zien.

Je reageerde inderdaad snel niet meer op berichtjes. Eerst hing je nog een tijdje rond op Facebook, maar daarna niet meer. 'Hij schaamt zich vast en heeft me geblokkeerd.' bedacht ik. Maar gisteren zag ik opeens dat Facebook me de suggestie gaf om lid te worden van een groep met jouw naam en daarvoor de letters rip. Zoveel maanden na datum. Ik trok wit weg en zag dat je een grote maand na je verjaren uit het leven stapte. Op de pagina stonden veel boodschappen die begonnen met 'Waarom?'.

Ik begrijp het, denk ik. Na dat ene moment. Die paar uur samen. Je toonde je zo sterk, maar je kon niet meer. Je was op. Je voelde je in de steek gelaten. Mensen zoeken meestal het gezelschap op van wie gelukkig maakt. Niet iemand die verdrietig is of boos. Eigen geluk gaat zo vaak voor.  Ik ben blij dat ik er voor je was. Dat je jarig was bij mij. Dat iemand als ik door je verpakking las.

We zouden het met zijn allen meer moeten doen: wildvreemden troosten. Maar de angst voor dat vreemde is groot. We zouden goed gek zijn: zomaar eenzame jarigen met oren en armen te bezoeken. En met een hart dat ook tranen wil ontmoeten.

Je hoeft niet meer te verjaren, Frederik.
Daar heb je zelf voor gezorgd.
Het gaat je goed.

Tine

vrijdag 18 maart 2016

Uit een chatgesprek gegrepen: BAPTIST

BAPTIST: Hou jij van kinderen?
TINE: Dag Baptist! Of ik van kinderen hou?
BAPTIST: Ja. Wel?
TINE: Dat hangt van de kinderen in kwestie af.
BAPTIST: Wat bedoel je?
TINE: Tja, of de kinderen een beetje zoet zijn.
BAPTIST: ??
TINE: Sorry. Ik verklaar me nader. Als een kind flink kan spelen en grappige opmerkingen maakt, dan kan ik er wel van gaan houden. Dan is het als een dotje slagroom. Maar als het kind met een winkelwagentje in mijn achterwerk gaat porren, dan vind ik datzelfde dotje best wat zurig. En dan is mijn liefde opeens stukken minder groot.
BAPTIST: Dat begrijp ik. Maar geen enkel kind is altijd braaf.
TINE: Het klinkt misschien een beetje raar, Baptist, maar omdat ik zelf geen kinderen heb en almaar in aanraking kom met kinderen van anderen, hoeft mijn liefde dan ook niet altijd even groot te zijn. Ik kan in mijn positie van mijn buurjongen houden als hij lieve liedjes zingt, maar hem hartsgrondig zonder schaamte haten als hij weer vijftig keer zijn bal tegen mijn keukenmuur heeft gegooid. Mijn neefjes en mijn nichtjes die zie ik meestal wel graag. Mijn leerlingen ook. Maar vaak ben ik ook blij dat ik ze niet naar huis moet meenemen. De liefde zou misschien snel voorbij zijn.
BAPTIST: Je houdt dus in het algemeen van kinderen?
TINE: In het algemeen vind ik ze even zoet. Waarom?
BAPTIST: Ik zoek een goeie moeder voor mijn kinderen. Denk jij dat je een goede moeder kan zijn?
TINE: Eerlijk? Dat weet ik niet, Baptist.
BAPTIST: Jammer.
TINE: Dus jij zoekt iemand op deze datingsite waarbij het in de eerste plaats met je kinderen klikt?
BAPTIST: Ja. Ik vind het heel belangrijk dat mijn partner voor mijn kinderen kan zorgen. Zij komen op de eerste plaats.
TINE: Hoe oud zijn ze? En wat is hun naam?
BAPTIST: Margaux is 9 en Thibault is 5.
TINE: Zijn ze wat zoet?
BAPTIST: Ze hebben hun kuren.
TINE: Je staat er alleen voor?
BAPTIST: Ja, om de twee weken. Ik ben gescheiden van mijn vrouw. Ze vinden dat niet fijn. Daarom vind ik dat ik een goeie moeder voor hen moet zoeken. Welke vrouw laat nu haar man en kinderen alleen?
TINE: Dat begrijp ik. Maar de vrouw die je zoekt, moet toch ook een goeie vrouw voor jou zijn?
BAPTIST: Dat is niet zo zeer van belang.
TINE: Hoezo?
BAPTIST: Als ze een goeie moeder is, als ze kan koken en poetsen en de was doen, dan is dat meer dan genoeg. Ik ben zelden thuis.
TINE: Oooh. En als jij nu niet thuis bent, wie zorgt dan voor Margaux en Thibault?
BAPTIST: Mijn moeder.
TINE: Moet je veel op zakenreis misschien?
BAPTIST: Ook. Ik heb veel hobby's.
TINE: En liefde? Wil je dan geen vrouw om van te houden?
BAPTIST: Nee, daar heb ik geen tijd voor.
TINE: Jammer.
BAPTIST: Ben je geïnteresseerd?
TINE: Nee. Ik zie mezelf toch niet als mama. Ik voel me bovenal een vrouw. Het kan best zijn dat ik een goede moeder in mij heb. Maar ik zal eerst van een man moeten houden alvorens ik die moeder in mij ontdek.
BAPTIST: Je kan toch van mij houden?
TINE: Ik denk niet dat ik van een man kan houden die geen tijd heeft om ook van mij te gaan houden. Trouwens: ik heb ook hobby's.
BAPTIST: Jammer.
TINE: Is een nanny geen optie voor jou?
BAPTIST: Weet je wel hoeveel dat kost?
TINE: Een vrouw kost ook geld hoor.
BAPTIST: Ja, dat hoef je me niet te vertellen!
TINE: Oh, ja, juist. Je had er één.
BAPTIST:  Het is moeilijk hoor.
TINE: Dat kan ik me voorstellen.
BAPTIST: Echt niet?
TINE: Echt echt niet. Veel succes verder.

zondag 6 maart 2016

Anthony

Dag Anthony,

Wat mag de medische wetenschap een sprongetje van blijdschap maken dat jij geen dokter geworden bent. Meer nog: ik denk zelfs dat de hele wereldbevolking opgelucht mag ademhalen om het feit dat je in de toeristische sector bent terechtgekomen.

Vandaag voelde ik me zielig en ziek. Misschien had ik het niet mogen doen. Misschien moet je als je ziek bent, alle kanalen tot virtuele communicatie afsluiten. Maar kijk, Anthony, ik kan dat niet. Als ik eenzaam ziek en zielig ben, hang ik net meer aan al die virtuele communicatie vast om aandacht te vragen, een dekentje, een schouderklopje... Ik had gewoon nood aan een gesprek. Een gewoon gesprekje terwijl ik ongestoord in pyjama op bed lag. En evengoed zou ik dan kunnen chatten met wat bekenden, maar die bleken allemaal gaan vissen of naar hun oma in het bos of zo.  Ik ging uit heimwee nog even naar mijn profiel op een datingsite kijken. 

Bijna onmiddellijk begon jij met een gesprek. Ik waarschuwde je. Ik vertelde dat ik ziek was en geen nood had aan één of ander zinnenprikkelend gesprekje. Dat ik gewoon een casual gesprekje wou om niet alleen te zijn zo op mijn ziekbed. Dat begreep je zei je. Je zei dat je een dokter was die me misschien wel kon genezen. Je vroeg of je me een foto mocht doorsturen. 'Zal die mij beter maken?' vroeg ik je. Je knipoogde en antwoordde: 'Zeer zeker.'  Ik voelde de bui al hangen en tikte: 'Het is toch geen foto van je geslachtsdeel?' Je bloosde en tikte: 'Hoe raad je het?' 

Nu, ik ben inmiddels al een grote kenner van bepaalde codes op een datingsite. Als de man vraagt of hij je een foto mag sturen, is het altijd een foto van een geslachtsdeel. Of het effectief zijn mannelijkheid is, dat weet je natuurlijk nooit. Evengoed pikte hij een groter exemplaar uit de verzameling aan piemelplaatjes op het net. Als vrouw hoor je dan daarop te reageren: 'Mmm' of 'Lekker'. Maar eerlijk waar: als ik zo'n foto in mijn neus gedrukt krijg, denk ik gewoon 'Brrrrrr' en 'Daar gaan we weer...'  Want bijna altijd daarna volgt dan de vraag of hij in ruil voor bewezen diensten ook jouw geslacht mag zien. Ook poezenprentjes zat op het wereldwijde web trouwens.
Galant als ik ben, bleef ik beleefd. Ik tikte: 'Ik denk niet dat een foto van jouw penis mij zal genezen, Anthony. Meer nog, ik weet het eigenlijk best wel zeker. Het risico bestaat zelfs dat ik bovenop mijn ziekteverschijnselen ook nog eens misselijk word.' 

Je maakte het oeroude seksistische mopje dat het niet de aanblik met de foto was die mij zou beter maken. Maar wel een levensechte ontmoeting met het ding. Het zou een medicijn produceren dat je oraal tot jou moet nemen. Genezing gegarandeerd. Knipoog. Knipoog. Weet je, dokter Anthony. Natuurlijk weet ik dat jij geen echte dokter bent. Een echte dokter zou nooit het voorschrift schrijven wat jij schreef. De medische wetenschap zou anders massaal oproepen om dagelijks een kwakje tot ons te nemen.  Ik moet er niet zo zwaar aan tillen. Ik weet het. We ontmoetten elkaar op het verkeerde moment en op de verkeerde plek. Een paar zinnen duurde ons gesprek. En nu krijg jij de volle laag.  Maar dinsdag is het Internationale Vrouwendag en ik ben het zat. Ik ben het zat dat mannen ongevraagd met hun geslachtsdeel in mijn blikveld wapperen omdat ik toegeef dat ik best wel eens eenzaam ben. Het gebeurt niet af en toe, maar telkens weer. Ik ben het kotsbeu dat vunzigheid op een eiland als amusement wordt uitgezonden. Dat jongeren van 15 leren hoe je als vrouw een man tot vreemdgaan kan versieren. Hoe makkelijk dat eigenlijk wel niet is. Dat men seks zo gaat banaliseren, dat wie het niet krijgt, het gewoon ergens gaat stelen, ook al zegt de vrouw heel duidelijk: 'Nee.'

Natuurlijk zie ik het te zwart. Er zijn ook goede mannen. Maar al die exemplaren die hun mannelijkheid niet kunnen bedwingen: kunnen we die niet even gezellig dumpen?  Ergens op een idyllisch plekje bij de zee? Elimineren, zeg maar. Met al die krolse en zeer gewillige vrouwen, want die zijn er natuurlijk ook...  Kan jij dat niet regelen, Anthony? Is dat niet meer jouw branche? Dat zou me eigenlijk écht wel genezen van een paar vervelende kriebels in mijn lijf. En ik gok met mij nog veel andere vrouwenlijven. De mannen die nu op datingsites geen kans maken omdat ze worden weggeklikt uit piemelvrees zullen je ook eeuwig dankbaar zijn. Een held: was dat niet iets wat je eigenlijk al altijd wou zijn?

Go for it!

Tine







vrijdag 19 februari 2016

Uit een tooggesprek gegrepen: VINCENT

VINCENT: Mag ik jou wat vragen?
TINE: Ja hoor.
VINCENT: Is dat nu allemaal écht?
TINE: Wat dan?
VINCENT: Die stukjes die jij op 'Hartenjager' plaatst.
TINE: Waarom wil je dat weten?
VINCENT: Nu ja. Mannen kunnen toch zo erg niet zijn?
TINE: Denk je dat?
VINCENT: Er zijn ook erge vrouwen.
TINE: Ja. Dat klopt. Maar ik kom op datingsites weinig in contact met vrouwen. In het algemeen zijn het allemaal mannen.Heb jij ervaring met erge vrouwen?
VINCENT: Ik kom nooit op datingsites. Al ben ik soms wel eens benieuwd.
TINE: Wat belet je? Je bent toch vrijgezel?
VINCENT: Zo wanhopig ben ik nu ook weer niet.
TINE: Dus als je op een datingsite zit, ben je wanhopig?
VINCENT: Dat nu ook weer niet. Maar het klinkt zo vies. Het heeft een perverse nasmaak ook: datingsite.
TINE: Dus ik ben vies? En zelfs pervers?
VINCENT: Jij niet.
TINE: Ik denk dat ik het begrijp.
VINCENT: Maar even tussen ons nu, is het nu écht?
TINE: Het is geen dagboek, het is een schrijfproject. Ik durf wel eens te overdrijven bijvoorbeeld. Niet alles op een datingsite is slecht...
VINCENT: O nee?
TINE: Nee, natuurlijk niet. Er zijn ook wel best fijne gesprekken. Er waren best ook al gezellige dates.
VINCENT: Waarom schrijf je daar dan eens niet over?
TINE: Nu ja. Het opzet van de blog is toch de putten in de zoektocht naar de ware verwoorden.
VINCENT: Maar hoe zit het dan als je opeens wel een lief hebt. Dat kan toch?
TINE: Wat bedoel je?
VINCENT: Als je opeens een lief hebt, dan stop je met je blog?
TINE: Daar heb ik eigenlijk nog niet over nagedacht.
VINCENT: Straks wordt je blog een blok aan je been.
TINE: Wat bedoel je?
VINCENT: Straks is er geen man meer in het ware leven die met je afspreken wil. Dan denken ze: 'Straks schrijft ze er nog over...'
TINE: Zo had ik het nog niet bekeken. Maar het zou wel eens kunnen kloppen. Hoe meer ik over putten schrijf, hoe moeilijker het wordt om mij uit te vragen. Jij bijvoorbeeld. Zou jij schrik hebben om me uit te vragen voor een etentje omdat je denkt dat iedereen straks over jou zou kunnen lezen?
VINCENT: Euh...
TINE: Anderzijds zou het net ook een motivatie kunnen zijn mij uit te nodigen. Je zou kunnen denken:'Ik val toch wel mee als man. Ik herken me helemaal niet in al die andere mannen. Ikzelf ben stukken beter. Hoog tijd om eens te tonen dat er ook fijn heerschap is?'
VINCENT: Euh...
TINE: Nee?
VINCENT: Jij bent gewoon mijn type niet.
TINE: Oh.
VINCENT: Sorry.
TINE: Het is niet erg. Ik denk ook niet dat jij mijn type bent.
VINCENT: Oh.
TINE: Sorry.
VINCENT: (zwijgt)
TINE: Nu staan we quitte.
VINCENT: (glimlacht)
TINE: Nog een pintje?
VINCENT: Ja.
TINE: (tegen de barman:) Twee pintjes, alsjeblieft.
VINCENT: Op de liefde!
TINE: En op types!
VINCENT: En op ooit!
TINE: Ooit!

donderdag 11 februari 2016

Uit een chatgesprek gegrepen: DETLEF

DETLEF: Zin in een achttienjarige knul?
TINE: Nee, sorry. Dat is me werkelijk veel te jong.
DETLEF: Jammer. 
TINE: Er zijn hier toch genoeg jongere vrouwen?
DETLEF: Maar ik val op oudere vrouwen. Jonge vrouwen zijn zo saai.
TINE: Kan je me vertellen waarom je jonge vrouwen saai vindt?
DETLEF: Meisjes van mijn leeftijd weten nog niet waar ze staan in het leven.
TINE: Zal ik je wat verklappen?  Ik weet soms ook niet waar ik nu precies sta in het leven. Vaak ben ik nog dat meisje van vijftien. Alleen is mijn lijf stukken ouder. Dat valt dan flapperig naast me neer.
DETLEF: Heerlijk toch?
TINE: Wat? Dat lijf dat stilaan ouder wordt?
DETLEF: Ja. (Bloos.)
TINE: Je mag mijn lijf wel eens een keer lenen als ik weer eens uit mijn rol van vrouw val. Dan weet je precies hoe het voelt. 
DETLEF: Maar jij moet er wel in blijven zitten, hé!
TINE: In dat lijf?
DETLEF: Ik wil je lijf met jou erin.
TINE: Dat zal niet gebeuren, Detlef. Je bent best wel aardig, maar ik val net als jij op een type. Ik val op mannen die meer mijn leeftijd benaderen. Misschien zelfs om dezelfde reden als jij vertelde. Omdat ze hun plek in deze wereld precies kennen, soms twijfelen als ik maar een vel hebben dat tegen een stootje kan. Een huid die al wat gevoeld heeft van dit leven.
DETLEF: Dat begrijp ik. Ik heb zelf ook al wat gevoeld, hoor.
TINE: Wat dan?
DETLEF: Vorige week nog een vrouw van vijfenveertig. (Knipoog.)
TINE: En hoe voelde dat?
DETLEF: Heerlijk.
TINE: Fijn voor die vrouw. Maar ze zou je moeder kunnen zijn. 
DETLEF: Ik viel gisteren ook met mijn skateboard. Dat heeft mijn vel ook gevoeld. 
TINE: Kan ik geloven.
DETLEF: Leeftijd zit tussen de oren. Ik voel me vaak dertig.
TINE: Hoe komt dat?
DETLEF: Ik heb best al veel meegemaakt.
TINE: Dat kan ik me voorstellen.
DETLEF: Droom jij er dan nooit meer van om een jong lijf vast te pakken en te strelen?
TINE: Eerlijk? Nee... 
DETLEF: Jammer. Jij lijkt me wel een leuke vrouw om seks mee te hebben.
TINE: Je zal toch een andere vrouw moeten zoeken, Detlef. 
DETLEF: Zo jammer. We hebben zo'n fijn gesprek. We zouden het best fijn kunnen hebben jij en ik.  Het is trouwens vakantie. Ik kan zo naar jou reizen met de trein. Tegen mijn moeder kan ik zeggen dat ik een groepswerk moet voorbereiden. Jij zou dan wel de trein moeten betalen, anders valt het op.
TINE: Deed die vrouw van vijfenveertig dat ook? Je trein betalen?
DETLEF: Nee, het was mijn buurvrouw. Ik hoefde niet met de trein. (Knipoog.)
TINE: Je zit dus nog op de middelbare school?
DETLEF: Ja... Eigenlijk ben ik pas zeventien.
TINE: In de fleur van je leven dus.
DETLEF: Ja.
TINE: Ik wens je een mooie bloem toe om naar te fladderen.
DETLEF: Oh, ik moet ervan door. Ik krijg net een berichtje van de buurvrouw. Haar man is met zijn vrachtwagen vertrokken en ze heeft weer zin. (Knipoog.)
TINE: Veel plezier! 
DETLEF: Dank je! Jij ook!

Het Moment

Deze blog werd opgemerkt door De Madammen van Radio 2.
Vanaf vandaag zal er af en toe een fragment in de rubriek 'Het Moment' passeren waarin ik vertel over mijn datingavonturen.

Vandaag was het eerste deeltje te horen. Over het waarom ik mezelf inschrijf op een datingsite. Waarom ik dat blijf doen. Je kan het hier beluisteren.


donderdag 4 februari 2016

Marc (deel 2)

Dag Marc,


Helaas.
Men kon op het politiekantoor niets voor mij betekenen.
Men kan je pas stoppen als ik effectief geld aan jou had overgemaakt.
Maar zo dom was ik dus niet.

Ik had gehoopt dat men jou had kon stoppen met de uitgeprinte berichten.
Dan men je IP-adres kon achterhalen.
Maar ze zeiden me: 'Tja, Ivoorkust, is zo ver.'
Ik dacht dat het WWW, de hele wijde wereld in z'n handpalm had.
Maar een klein politiekantoor is blijkbaar niet tegen je snode plannen opgewassen.

Dus je kan je gang maar blijven gaan.
Je kan eenzame vrouwen blijven bestoken met hartjes en kusjes.
Met smeekbedes in koeterfrans.
Mij niet meer.
Ik heb je nu volledig geblokkeerd.
Missen zal ik niet.
Als ik nog eens naar een blonde god wil kijken, google ik wel naar Jessie Pavelka.

Verdien je daar eigenlijk veel aan?
Lopen er echt vrouwen in die val?
Dat kan ik eigenlijk niet begrijpen.

Misschien komt er toch nog een vervolg en dring je op een andere manier mijn vrij gezellige leven binnen.
Hardnekkig als je bent, is die kans misschien wel groot.
Maar koppig zal ik blijven blokkeren, rapporteren en desinfecteren.

 Jij bent een obese teek, Marc. Een horzel.
 Ik zal koppig blijven en hoop dat ik je vermorzel!

Pats! Boem!
Bwek!

 Tine

woensdag 3 februari 2016

Marc (deel 1)

Dag Marc,

Het was even wennen. Dat moet ik alvast bekennen.
Een blonde jonge god met baard die me onmiddellijk in zijn virtuele armen houdt.
Nog voor een eerste gesprek had je het er al over dat je verliefd was op mij.
Dat dat toch wat snel was, schreef ik.

De hartjes vlogen zo fel in mijn ogen, dat ik er warempel een beetje draaierig van werd.
Eerlijk waar: eerst bedacht ik dat je een of andere mentale stoornis had. Dat is misschien niet zo geweldig van mij, maar het was gewoon te veel overdaad aan kleffe romantiek. Zeker voor een god.

Algauw begon het me te dagen. Je vertelde me dat je in goud handelt. Op 22 januari was dat. Ons eerste gesprek. Een blonde god die in goud handelt, die verliefd op mij is. Zowaar! Je verwittigde me voor het feit dat je geen webcam had, dat ik het met je beeldige godenfoto's moest doen. Natuurlijk zou je binnenkort naar Ivoorkust moeten of zo. En inderdaad: op 26 januari al! Je moest opeens voor onbepaalde tijd naar daar. Je zoontje achterlatend. Of was je opeens vergeten dat je een zoontje had?

Weet je, Marc. Op televisie waarschuwen ze mensen als ik voor mensen als jij. Je zou me nu heel binnenkort om geld vragen. Eerst een luttel bedrag. Daarna steeds meer. Je zou me met liefde en god en zo blijven overladen. Tot ik het begeef en je al mijn centen geef, en mezelf in de schulden steek.
Zou jij echt?

Natuurlijk, Marc, ik haalde je foto's door een zoekmachine en vond dat jij eigenlijk Jessie Pavelka bent. Een zeer bekende fitnesstrainer die het gewoon is om mensen met obesitas te trainen. Zie jij in mij een target, Jessie? Zie jij in mij een waar project? Maar waarom, Jessie, zeg je dat niet wie je werkelijk bent?

Intussen is het 3 februari en je sprak me niet zo aardig aan. Opeens heb je problemen daar in Ivoorkust en je wil mij zo graag ontmoeten. Je denkt daar alleen aan mij. Ik zou onmiddellijk €1500 aan je moeten geven. In naam van de liefde. In naam van God. Maar weet je, Marc/Jessie, het spijt me zeer. Morgen ga ik toch met al je hartjes en je kleffe woorden naar de politie. Dat je naast fitnesstrainer bijklust als goudhandelaar tot daaraan toe. Maar dat je onschuldige lieve obese vrouwen ook nog eens geld aftroggelt, dat mag gewoon niet zijn. Die vrouwen hebben het al zwaar genoeg.

Ik hoop dat je me begrijpt. Vrouwen die wanhopig zijn. Ze zijn een mooie prooi.
Maar ze zijn niet allemaal bij de pinken. Niemand zou in naam van de liefde of van in die van een God mogen worden bedot. Behalve dan diegene die er bijvoorbeeld €1500 aan verdienen.

Ik hoop dat je Ivoorkust snel kan verlaten.
Ik hoop nooit meer met jou (en het bedrijf dat in je nek ademt) te praten.

Zoen,
Tine

donderdag 21 januari 2016

Eliah

Gegroet Eliah,

Jij had geluk! Het is jou gelukt dat ik van achter mijn schermpje kroop en in het donker naar jou toe kwam rijden. Dat was  tot nu toe weinigen gegeven. Sommige vrienden hadden me aangemoedigd en gezegd: 'Kom eens van achter dat schermpje los, Tine, ga eens een echt gesprek aan. Anders lukt het je nooit!' Zondagavond was ik in een opperbeste stemming. Toen je me uitnodigde, dacht ik: 'Waarom niet?' Ik had niet eens supporters nodig. Dat het bij jouw thuis was en niet op een openbare plek, daar maakte ik me eigenlijk geen zorgen om. We praten al zo lang via een virtueel draadje dat je soms een kamerplant lijkt in mijn bestaan en kamerplanten, dat is algemeen bekend, die zijn behoorlijk ongevaarlijk.

Toen je de deur opende, was duidelijk eten waar te nemen tussen je kiezen. 'Ik ben nog even bezig,' verontschuldigde je. 'Ga maar ergens zitten.' Terwijl je aan het aanrecht je maaltijd verorberde ging ik op één van de twee stoelen zitten. Je vroeg of ik koffie wou. Ik knikte. In één van onze gesprekken had ik gezegd dat ik van aardbeigebak hou met slagroom. Je kwam met een doos van de bakkerij bij me en zei: 'Ze hadden helaas geen aardbeigebakjes meer. Maar ik haalde wel wat anders.' 'Lief,' dacht ik. En ik zei het ook. Je opende de doos. Er zaten drie gebakjes in. Je pakte een bordje voor me en zette mijn eerste keuze op het bord. Daarna ging je weer aanrecht-eten. Om tenslotte met je rug naar mij toe een sigaret te roken door het open dakraam.

Na het roken was je druk in de weer met je gsm. 'Voetbal en maten,' verontschuldigde je. Tergend traag at ik mijn gebakje op omdat ik dacht dat je aan de andere kant van de tafel ging komen zitten met een bordje en een gebakje. Gezellig. Maar alweer verontschuldigde je: 'Ik ga eerst douchen. Ik zit onder de houtsplinters.' Want je had de hele namiddag hout versleept voor je ouders. 'Doe maar alsof je thuis bent,' zei je.

Daar zat ik in een appartement dat ik niet kende. Ik had ervoor kunnen kiezen je kasten uit te pluizen. Je trillende telefoon te doorsnuisteren. Maar ik koos voor eten en appen met mijn slimme telefoon. De televisie speelde afleidende geluiden af. Geloof me als ik zeg dat ik nog nooit zo traag van een gebakje heb gegeten. De flan was heerlijk, maar viel erg zwaar op de maag. Ik hoorde de douchegeluiden. De geur van je douchezeep kwam door de kier naar buiten. Was het uitsloverij? Deed het jou eigenlijk wel wat dat ik daar zat in levende lijve? Was je zo gewend geraakt aan mijn virtuele gezelschap dat ik nu al een decorstuk was? Of was je zo van mijn reële ik geschrokken dat je vluchtwegen zocht om maar niet in mijn ogen te hoeven kijken?

Na meer dan een half uur schrobben (wat hoorde ik dat trouwens goed, dat schrobben), kwam je fris uit de badkamer. Je trok je flipflops aan en flipflopte daarmee behoorlijk elegant naar je telefoon. We keuvelden wat over werk, over het weer en opeens verdween je naar boven. Na enige tijd daalde je de trappen af met een tweede telefoon. 'Van het werk,' vertelde je. Ik vroeg je of het wel goed was dat ik er was. Of ik misschien niet beter kon gaan, maar je lachte en zei: 'Neenee, blijf maar.' Je kwam tegenover mij zitten. Welgeteld een kwartier. Maar in plaats van naar mij te kijken, keek je televisie. Daarna borg je de taartjes op, rookte nog een sigaret en vertrok alweer flipfloppend naar boven.


Toen ben ik maar snel vertrokken, Eliah.  Vliegensvlug geruisloos. Want wat zat ik daar eigenlijk te doen? Ik heb de deur achter mij dicht getrokken en ik ben in de late avond en de vrieskou naar huis gereden. Toen ik thuis kwam, zag ik allerlei berichten van je. Waar ik gebleven was? Wat je verkeerd had gedaan? Ik gaf aan dat ik me niet erg welkom voelde. Dat je niet eens naast mij wou zitten. Dat ik me overbodig voelde. Afgewezen. Dat er in die twee uur geen enkele blik, geen enkele aanraking, geen enkel woord was geweest dat er ook maar op wees dat jij en ik misschien een kans hadden.  Maar jij zei dat ik net heel erg welkom was geweest. Dat je zelfs gehoopt had dat ik naakt voor je zou klaarzitten na het douchen. Dat je dat bedoeld had met: 'Doe maar alsof je thuis bent.' Maar ik zit nooit bloot voor mijn televisie. Eerlijk waar. Ik eet nooit naakt. Zelfs geen taart.

De waarheid is dat ik me in jouw flat voelde opdrogen tot een vetplant. Dat ik geen enkele reden had tot bloeien. Misschien was je verlegen. Misschien hadden de houtsplinters je vriendelijkheid wat doorprikt. Het droeve lot van kamerplanten, Eliah is dit: ze staan wel prettig, maar als je ze geen water geeft, dan verleppen ze en gaan ze dood. Zelf ben ik ook niet bijzonder knap met planten, dus ik moet je niet op de vingers of zo tikken, maar ik verkoos mijn wortels uit te slaan, de koude vrieslucht in te wandelen, naar huis te gaan. Daar heb ik mezelf wat water in geschonken, mijn katten kwamen tegen mij aangeschurkt. Meer had ik niet nodig. Echt niet. Toch bedankt voor de taart en de koffie.

Volgende keer beter!

Tine



dinsdag 12 januari 2016

Uit een chatgesprek gegrepen: JOHN

JOHN: Hallo!
TINE:   Goedenavond, John!
JOHN:  Hoe lang is het geleden dat je een relatie had en om welke reden ging die stuk?
TINE:   Oh, onmiddellijk een directe vraag. Heb je even tijd?
JOHN:  Kan je ook eens aangeven wat je precies zoekt in een relatie?
TINE:   Wacht even, John. Nu zal je toch even geduld moeten hebben.
JOHN:   En ben je katholiek? Ik hoop dat je katholiek bent.
TINE:    Hé, hé, hé, wacht eens even!
JOHN:   Hopelijk heb je geen huisdieren. Ik ben allergisch voor katten en honden.
TINE:    Lees je eigenlijk wel wat ik schrijf? Ben je een robot of zo?
JOHN:   Je werkt toch, hé? Ik wil geen vrouw die niets doet.
TINE:    Hallo!
JOHN:   Ik heb geen kinderen, maar wil er nog graag twee. Zal dat lukken? Of ben je al in de overgang?
TINE:    Ik zit dankzij dit 'gesprek' rechtstreeks in de overgang, geloof ik.
JOHN:   Wat zijn je hobby's? Je doet toch niet te veel?
TINE:     Ik schrijf onder andere over datingsiteblunders. Dus misschien wel over jou.
JOHN:   Mijn toekomstige vrouw moet ook heel goed kunnen koken.
TINE:    Van woede?
JOHN:   Mijn lievelingsgerecht is biefstuk met frietjes. Daar is niet veel moeilijks aan. Je bent toch niet vegetarisch?
TINE:    En mag ze kunnen spreken? Ik bedoel: als je iets vraagt, heeft ze dan ook wat te zeggen?
JOHN:   Ze moet ook modieus zijn. Ben je dat? Op je foto's kan je alleen maar je gezicht zien. Niet wat je draagt.
TINE:     Modieus? Ik? Ik barst van de flair.
JOHN:    En nog een indiscrete vraag: je hebt toch geen te grote borsten. Ik heb ze graag niet te groot.
TINE:     Ze moeten in je hand passen? Zodat je alles letterlijk en figuurlijk in de hand hebt?
JOHN:    ?
TINE:     En vertel eens, John. Wat heb jij een vrouw te bieden?
JOHN:    ?
TINE:     Ben jij een goede jager? Hoe staat het met je capaciteiten in bed? Je hebt toch geen borsthaar? Of erger een mat op je rug? Snurk je? Ben je het type man dat in zijn neus peutert als hij in de file staat? Heb je zweetvoeten? Je zweet toch niet overdadig? Je helpt toch mee in het huishouden? Je hebt toch geen kamerjas met schotse ruiten? Je stinkt toch niet uit je bek?
JOHN:    Wat is dit voor een gesprek?
TINE:     Ja, dat vraag ik me ook af. Is dit wel een gesprek?
JOHN:    Ik deed wel mijn best iets op te bouwen, maar jij bent wel heel erg grof.
TINE:      Grof? Ik? Jij laat een vrouw niet eens antwoorden op je vragen.
JOHN:    Ik stel hier de vragen.
TINE:     Maar je leest toch niet wat ik tik. Ik kan net zo goed: 'kslejroljkdkrkojrfle'jo' tikken.
JOHN:    Ik tik dit in mijn koffiepauze, hé.  Ik was van plan om je antwoorden rustig op mijn gemak thuis te lezen. Maar nu hoeft het niet meer.
TINE:     Oh. Dan hoeft het inderdaad niet meer. Ik dacht dat je een gesprek wou. Hier en nu. Ik had geen huiswerk verwacht.
JOHN:    Ik begrijp waarom jij nog vrijgezel bent.
TINE:     Oh.
JOHN:    Je moet wel wat tijd investeren in een kennismaking. Hoe kan je iemand leren kennen als je geen vragen wil antwoorden?
TINE:     Mag ik jou een wat vragen, John?
JOHN:    Nog heel even dan.
TINE:      Heb jij eigenlijk mijn profiel gelezen?
JOHN:     Nee.
TINE:      Dus je hebt alleen naar mijn gezicht gekeken?
JOHN:     Ja.
TINE:      Dus, het profiel dat ik met veel aandacht en geduld heb ingevuld, heb je niet eens gelezen?
JOHN:     Nee, waarom zou ik?
TINE:      Dan zou je tenminste kunnen weten wat ik hier zoek en zou je me een beetje kunnen inschatten. Ik heb katten staat er. Geen kinderen. Er staat zelfs wat over mijn werk. Over mijn hobby's. Over mijn passies.
JOHN:     Ik ga mijn tijd toch niet verprutsen met het lezen van je profiel.
TINE:      Waarom niet? Dan had je kunnen zien: 'Ah, katten. Afblijven van dit dametje.'
JOHN:      Je zou je katten toch ook weg kunnen doen mocht het klikken.
TINE:       Mocht het klikken. Maar het klikt van geen kanten. Ook niet met andere borsten.
JOHN:      Jammer.
TINE:       Ik wens je een mooie verderzetting van je werkdag.
JOHN:      Dank!

zaterdag 2 januari 2016

Uit een chatgesprek gegrepen: WES

WES:  Dag Tine, mag ik jou wat vragen?
TINE: Ja hoor. Dag Wes!
WES:  Kan het zijn dat ik jou daarnet zag lopen?
TINE:  Euh. Dat kan. Ik loop zo af en toe eens. Je bedoelt het toch in de zin van wandelen?
WES:   Ja, ik was boodschappen aan het doen en ik zag jou denk ik bij het vlees.
TINE:  Bij het vlees?
WES:   Ja, je koos voor salami zonder look.
TINE:  Ik vind dit toch een beetje eng, Wes.
WES:   Waarom?
TINE:   Nu ja, ik ben er me niet van bewust dat ik herkend zal worden bij het vlees omdat ik toevallig met mijn tronie op een datingsite sta.
WES:    Ja, je staat wel op die datingsite hé.
TINE:   Inderdaad. Maar het is een enge gedachte dat een onbekende me daar bij het vlees ziet. Ik bedoel: sta je dan anders naar mij te kijken?
WES:    Hoe bedoel je?
TINE:   Ja, ik mag dan wel op een datingsite zitten en vlees kiezen. Die twee dingen zie ik in mijn hoofd niet samen. Alhoewel het eigenlijk op hetzelfde neerkomt.
WES:   ?
TINE:  Een datingsite is ook een soort etalage bij de slager.
WES:  Ja, misschien wel.
TINE:  Wat heb je me nog zien kopen?
WES:   Een fles spuitwater. Een zak chips. En wc-papier.
TINE:  Je hebt me dus bespioneerd?
WES:   Inderdaad.
TINE:  Kijk, dit vind ik toch helemaal niet leuk. Het is een griezelige gedachte. Dat jij, een onbekende me in de gaten houdt in de supermarkt. Begluurde je me omdat je me herkende van op de datingsite? Of beloerde je me toevallig en zie je nu pas dat ik hier ook hang?
WES: Allebei een beetje. Ik meende je te herkennen.
TINE: En dan vind je het oké om mij een beetje te bespioneren?
WES:  Nu ja, zeg. Ik geef het toch eerlijk toe.
TINE:  Ben je me ook tot aan mijn huis gevolgd?
WES:  ...
TINE: Serieus?
WES: Nee. Ik moest nog anders heen.
TINE: Maar de volgende keer dat je me tegenkomt bij het vlees, dan volg je me wel?
WES:  Ik denk het niet. Al zou het wel fijn zijn te weten waar je woont.
TINE: ...
WES:  Jij zoekt iemand. Ik zoek iemand. Hoe simpel kan het zijn?
TINE: Maar ben jij wel diegene die ik zoek? En ben ik wel die persoon voor jou? Zoek je een vrouw die salami eet zonder look, spuitwater drinkt, chips vreet en ook nog eens het toilet frequenteert?
WES: :)
TINE: Wil je dat alsjeblieft nooit meer doen?
WES:  Wat?
TINE:  Me bespioneren.
WES:   Ik wou je wel aanspreken, maar ik durfde niet.
TINE:  Hoe komt het eigenlijk dat ik jou niet herken?
WES:   Omdat ik niet meer op mijn profielfoto lijk. Die foto is al van een tiental jaar geleden.
TINE:   Goed idee! Ik zal het ook meteen proberen. Een foto van een andere ik hier plaatsen; Zodat ik ongestoord mijn vlees kan kiezen.
WES:   Je moet nu niet boos zijn hé.
TINE:  Neenee, ik meen het. Wat ben ik toch een onnozel wicht. Me zomaar blootgeven op een datingsite. De volgende keer plaats ik foto's van mijn katten en mijn vetplantjes. Die kunnen niet herkend worden in het warenhuis.
WES:  Ik zal je maar laten zeker?
TINE:  Best wel. Wat doe je als je me nog eens tegenkomt?
WES:   Wat bedoel je?
TINE:   Ga je me dan weer beloeren?
WES:   Nee. Het is duidelijk. Jij wil mij niet.
TINE:   Ik ga nu eten.
WES:    De chips of de salami?
TINE:  Beiden!
WES:  Dan ga je de rest ook kunnen gebruiken. ;-)