vrijdag 13 november 2015

Uit een chatgesprek gegrepen: RUDY

RUDY: Hey schoonheid.
TINE: Dag Rudy.
RUDY: Ik mag je toch schoonheid noemen?
TINE: Rudy, jij mag alles. Zeg het eens?
RUDY: Mag ik jou wat vragen?
TINE: Ja, natuurlijk, Rudy. Kom maar op.
RUDY: Slik jij de pil?
TINE: Excuseer?
RUDY: Of jij de pil slikt.
TINE: En waarom wil jij dat weten, Rudy?
RUDY: Ik zou zo graag een kind van jou willen. Met die ogen en die lippen.
TINE: Wat wil jij?
RUDY: Een kind. Het onze.
TINE: Maar we hebben elkaar nog niet eens ontmoet. Ons gesprek is nog maar net bezig. Je weet       niet eens dat ik snurk en in mijn slaap in de neus van mijn partner pulk.
RUDY: Dat kan mij allemaal niet schelen. Ik wil een kind. Mag het? Alsjeblieft?
TINE: Is dit een grap?
RUDY: Nee hoor. Ik ben SEEREEUS!
TINE: Maar het is een kind. Geen appel of een ei. Of een bloedneus. Je kan het niet terugschuiven of zo.
RUDY: Wat?
TINE: Ik wil toch geen baby van iemand die eens weet hoeveel sproeten ik op mijn lichaam
RUDY: Waarom niet, schoonheid?
TINE: Je moet toch elkaar beter leren kennen, verliefd worden en zo?
RUDY: Dat is onzin, schoonheid. Als je het romantisch wil, kan ik je ook dekken in Parijs.
TINE: Ik denk dat dit het einde is van dit gesprek, Rudy. Succes!
RUDY: Je bent toch geen meisje meer! Je bent 36! En je heb nog geen kinderen! Het is nu dat het moet! Misschien is het morgen wel te laat!
TINE:
RUDY: Achterbakse trut! Je had mijn zaad de kans kunnen geven. Je gunt een kind ook helemaal niets.

(voorgelezen tijdens de Vorlesebühne in Utrecht op 17 september 2015)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten